Wat zijn vervoerregio’s en wat betekent het voor de consument en lokale overheden?
Sinds 2019 zijn de driehonderd Vlaamse steden en gemeenten opgedeeld in vijftien vervoerregio’s. Deze vervoerregio’s zijn de basisstructuren om toekomstige mobiliteitsuitdagingen in de regio’s aan te pakken. Dat betekent een ganse resem veranderingen en uitdagingen voor lokale overheden, vervoersmaatschappijen en de consument. Hieronder kom je alles te weten over de nieuwe vervoerregio’s en de uitdagingen die ze met zich meebrengen.
Wat zijn vervoerregio’s?
Vervoerregio’s zijn groeperingen van steden en gemeenten die hun mobiliteit op elkaar afstemmen. Elke regio heeft z’n eigen vervoerregioraad waarin onder andere lokale besturen, De Lijn, het Vlaamse Departement van Mobiliteit en Openbare Werken en het Agentschap Wegen en Verkeer vertegenwoordigd zijn. Het maakt van de vervoerregioraad het belangrijkste orgaan om de regionale mobiliteit te stroomlijnen.
De verdeling in vervoerregio’s in Vlaanderen ziet eruit als volgt:
Wat verandert er precies door het concept van basisbereikbaarheid?
Met de introductie van vervoerregio’s deed ook een nieuw concept zijn intrede. Dat van basisbereikbaarheid. Het tot nu toe heersende paradigma was basismobiliteit. Het grote verschil met dat laatste is dat basisbereikbaarheid vertrekt van een systeem dat gericht is op vraag. Op die manier wil de Vlaamse overheid de efficiëntie en de kost van mobiliteit optimaliseren.
Aan het concept van basisbereikbaarheid hangt vast dat vervoersmiddelen zoals openbaar vervoer, fiets, wagen, vrachtwagen enz. niet langer elkaar concurrenten zijn. Ze vullen elkaar aan gezien reizigers voor verplaatsingen verschillende vervoersmiddelen combineren.
Wat verandert er precies door het concept van basisbereikbaarheid?
De grootste veranderingen doen zich voor op de volgende vlakken:
1. Van focus op aanbod naar focus op vraag
Sinds disruptieve dienstverlenende bedrijven zoals Uber hun intrede deden in de mobiliteit, is ook de mindset en visie op openbaar vervoer sterk veranderd. Het idee is dat door vraaggestuurd te werken, de middelen efficiënter kunnen ingezet worden. Ook vervoersarmoede en toegankelijkheid van openbaar vervoer kwam hierdoor sterker op de radar.
2. Lokale overheden krijgen een grotere stem
In het uitwerken van basisbereikbaarheid krijgt de lokale besturen meer zeggenschap. Dat betekent voor hen meer autonomie om de vervoersnetten in hun regio’s uit te tekenen. Bovendien heeft elke gemeente of stad een evenwaardige stem in de vervoerregioraad. Hiermee wil de Vlaamse overheid versnippering tegengaan en de individuele belangen van gemeentes overstijgen.
3. Een geïntegreerd vervoerssysteem
Dat is een systeem dat bestaat uit vier lagen namelijk:
- Een spoornetwerk voor verbindingen tussen steden, regio’s en zelf landen,
- Een kernnetwerk van trams en bussen voor de verbinding van steden en gemeenten,
- Een aanvullend net van buslijnen om piekmomenten in het kernnetwerk op te vangen, en
- Een (stads-)net van vervoer op maat zoals deelfietsen, deeltaxi’s en deelauto’s.
4. Participatiemodel
Met de nieuwe visie komt ook een switch van een overlegmodel naar een participatiemodel waarin elke schakel zijn rechten en plichten heeft. Maar waar ook elke stakeholder zal moeten gemanaged worden om de afstemmingen tussen de verschillende niveaus in goede banen te leiden. Bovendien is mobiliteit niet los te zien van andere beleidsdomeinen zoals klimaat en ruimtelijke planning.
De uitdagingen van de vervoerregio’s
Dat met zo’n ommezwaai ook uitdagingen gepaard gaan, is geen verrassing. Stefan Meersseman heeft de discussies en de ontwikkeling van de plannen op de voet gevolgd. Hij ziet de grootste uitdaging van de vervoerregio’s als volgt:
“Vervoerregio’s zijn niet bepaald met een bril van duurzaamheid op ontwikkeld. Bovendien hebben we in Vlaanderen de neiging om steeds op basis van prijs te werken. We zullen erover moeten waken dat duurzame mobiliteit niet in het gedrang komt door de constante focus op kostenefficiëntie.”
Nu lokale besturen een grotere stem hebben gekregen in het uitwerken van regionale mobiliteit, is de nood aan experten met praktische kennis nog groter geworden. Mobiliteit is continu in beweging dankzij de evolutie van het aantal personenwagens en vrachtvervoer op de weg, technologische innovatie en nieuwe mobiliteitsconcepten. Daarnaast veranderen ook de behoeften en de wensen van de consument. Bovendien spelen ook klimaat en ruimtelijke ordening een rol.
De uitdagingen voor lokale besturen
Om dit allemaal in een duurzaam mobiliteitsplan te steken, laten lokale overheden zich best adviseren door zulke experten met praktische kennis en een doorgedreven duurzame visie op (collectief) personenvervoer.
Ook op dit vlak wil Parmentier een rol spelen. Als consultant in duurzame mobiliteit en mobiliteitsplannen op maat helpt Stefan Meersseman lokale besturen en bedrijven aan een duurzame mobiliteitsstrategie die efficiënt, duurzaam en betaalbaar is.